Feikje Riedstra is docent Frans op OSG Singelland in Drachten en staat al 23 jaar voor de klas. Drie jaar geleden rondde ze de HBO masteropleiding Special Educational Needs aan de Christelijke Hogeschool Windesheim af. Wat ze daar leerde, past ze nu in haar lessen toe, bijvoorbeeld bij schrijfvaardigheid. ‘Schrijven met een duidelijk communicatie doel, in situaties die passen bij de belevingswereld van mijn leerlingen, dát vind ik belangrijk’, zegt ze daarover.

‘In paar jaar geleden is er onderzoek gedaan naar het schrijfvaardigheidsniveau van havo- en vwo-leerlingen voor Frans en Duits. Daaruit blijkt dat de helft van de leerlingen het beoogde referentieniveau bij het eindexamen niet haalt. Daar schrok ik erg van. Ik vroeg me toen af of we ons bij schrijfvaardigheid niet te veel richten op grammaticale correctheid. Vaak lijken opdrachten om een brief te schrijven op veredelde vertaalopdrachten. Echt schrijven is heel iets anders. Daarbij staat de communicatieve functie van teksten centraal. Voor wie schrijf je, wat is het doel van een tekst… Daarom ben ik mijn lessen schrijfvaardigheid anders gaan inrichten.’

Leefwereld
‘Toen de referentieniveaus werden ingevoerd heb ik Grandes Lignes, de methode die ik gebruik, naast het ERK gelegd en zag dat de methode daarop aansluit. Daar vertrouw ik op. Daarnaast probeer ik een sterke didactiek neer te zetten.
Bij de can do-statements in het ERK mis ik concrete voorbeelden. Ik geef les aan de bovenbouw van de havo en wil aansluiten bij de leefwereld van mijn leerlingen, zodat ze gemotiveerd blijven. Leerlingen van deze leeftijd en niveau zijn erg gericht op sociale contacten, dus laat ik hen veel samenwerken.
Laatst heb ik een klassenblog gemaakt. Ik schreef een blog alsof ik een Frans meisje was dat een bijbaantje wil. Haar ouders vinden dat niet goed en ze vraagt advies hoe ze hen kan overhalen. De leerlingen heb ik opdracht gegeven te reageren op de blog en op elkaar. Ze konden zich voorbereiden aan de hand van voorbeeldblogs en een matrix waarin ze de voor- en nadelen van een bijbaan in kaart konden brengen. Ze vonden het een pittige opdracht, maar het lukte hen toch om een reactie te schrijven.
Ik heb mijn havo 4-leerlingen ook eens de opdracht gegeven een brief te schrijven aan een havo 5-leerling waarin ze vragen stellen over het examenjaar. Zo schreven ze met een reëel doel voor ogen. Havo-4-leerlingen vonden het spannend om aan iemand uit havo 5 een brief te schrijven en voor havo 5-leerlingen was het een verrassing van wie ze een brief zouden krijgen. Zo bedenk ik telkens schrijfopdrachten met een sociaal component, die aansluit bij de leefwereld van leerlingen.’

Feedback

‘Terwijl leerlingen aan een schrijfopdracht werken geef ik waar mogelijk feedback en die laat ik hen meteen verwerken. Feedback achteraf heeft niet zoveel zin. Natuurlijk kan ik dat onmogelijk altijd en bij alle opdrachten doen. Daarom train ik mijn leerlingen hoe ze elkaar peer feedback kunnen geven. Hoe je elkaar kunt helpen, staat daarbij centraal. Tot aan het eindexamen – pas dan worden leerlingen afgerekend – draait het om samenwerken en feedback geven. Dat wil ik mijn leerlingen bijbrengen.

‘Pas op het eindexamen wordt er afgerekend, voor die tijd draait het om samenwerken en feedback geven’

Feikje Riedstra, docent Frans

Feedback kun je op verschillende fases in het schrijfproces geven: tijdens de ideeënfase, maar ook tijdens het werkelijke schrijven. Op die manier laat ik meteen zien dat schrijven een proces in stappen is. Je begint met ideeën, vervolgens ga je informatie verzamelen en die ga je ordenen. Pas op het laatst ga je schrijven en spelen grammatica en spelling een rol. Als leerlingen meteen met schrijven beginnen, is de kans dat ze blokkeren groot. Dat is jammer. Ik wil juist dat leerlingen trots zijn op hun schrijfproducten. Daarom hang ik ze in de onderbouw weleens op in de klas, of ik maak er voor elke leerling een placemat van.’

Toetsen
‘Ik gebruik de hoofdstuktoetsen en vaardigheidstoetsen uit de methode. Verder werk ik met bonussen. Met een schrijfopdracht en met de taken (tâche) aan het eind van het hoofdstuk kunnen leerlingen een bonus verdienen waarmee ze hun proefwerkcijfer kunnen verhogen. Tâche zijn erg leuke opdrachten; dan moeten ze bijvoorbeeld een plattegrond van hun huis maken met een beschrijving erbij of een mail naar iemand sturen.
Bij de uiteindelijke PTA-brief werken we natuurlijk met een beoordelingsmodel. Dan kijk ik ernaar of de boodschap overkomt, ideeën goed zijn verwerkt en daarna naar de vorm. Voor fouten in de grammatica en spelling trek ik punten af, en voor mooie formuleringen reken ik juist punten.
Ik toets ook op een formatieve manier. Een voorbeeld? Aan het begin van elke les schrijf ik vijf belangrijke woorden op het bord. Aan het eind check ik of leerlingen woorden nog kennen en vraag dan of ze elk in tweetallen rond elk woord een zin willen maken. Leerlingen die erg talig zijn geef ik de opdracht om te proberen of ze alle woorden in één zin kunnen gebruiken. Op die manier controleer ik of leerlingen de nieuwe woorden kennen en daag hen uit ze te integreren.’

Meer weten?
Wil je ook meer formatief werken met je leerlingen? Volg dan een training Formatief evalueren bij Noordhoff Academy.