Anne Teunis is trainer en begeleider van teams in samenwerken en persoonlijk leiderschap. Wat is volgens haar de definitie van goede samenwerking in het onderwijs? En hoe kun je als docent, ondanks het lesgeven op afstand, blijven samenwerken met elkaar en de leerlingen?
Interview: Jorien Treurniet
Wat zijn je bevindingen als het gaat om samenwerking?
‘Samenwerken gaat in de essentie altijd om hetzelfde: hoe betrek ik de ander bij het realiseren van doelen? Het vermogen om dat te doen heeft een bron, en die bron ben jij zelf. Heb jij ruimte in jezelf om de ander écht te horen? Pas als je daar aandacht voor hebt, kan je goed samenwerken en leiding geven. Hoewel ik vooral trainingen aan bedrijven en organisaties geef, ben ik van mening dat succesvol samenwerken in elke context om dezelfde basiselementen draait. Die ook opgaan voor digitaal samenwerken, wat natuurlijk heel relevant is in deze tijd.’
Wat zijn die basiselementen?
‘Eigenlijk doorlopen we in elk contact met de ander meerdere fases van een proces dat zich steeds herhaalt. Ter illustratie neem ik de samenwerking tussen docenten onderling, maar dit kan net zo goed over de samenwerking tussen docent en leerling gaan. Hierbij moet opgemerkt worden dat daarin natuurlijk de gezagsverhouding meespeelt.
Het begin van het contact of de vergadering ligt bijna altijd in het reactieve gebied; we tasten elkaar af, kijken de kat uit de boom. We zijn nog niet echt aan het samenwerken. Je herkent dat onder andere aan de ‘of/of’-discussie: of jij hebt gelijk, of ik heb gelijk. Er is nog geen echte verbinding. Het doel is om in het actieve gebied te komen, waarin je van elkaar gaat horen. Dit doe je door enerzijds verbinding te leggen en anderzijds kaders te zetten. Verbinding leg je door iedereen even persoonlijk aan te spreken. Hoe gaat het met je? Wat houdt jou vandaag bezig? Het lijkt eigenlijk een beetje op het kringgesprek van vroeger. Kaders zet je door vast te stellen wat er wel en niet besproken gaat worden. Is iedereen daar akkoord mee? Hierdoor betrek je elkaar erbij. Plan aan het begin van de vergadering een paar minuten voor deze zaken in. Pas vanaf het moment dat er verbinding is en kaders zijn afgesproken, gaan we namelijk echt samenwerken.’
Hoe zit dat nu het onderwijs (deels) digitaal plaatsvindt?
‘Het is nu juist nóg belangrijker om die verbinding te maken. We missen de fysieke connectie, dus moet de docent echt wat extra aandacht besteden aan het onderhouden van een emotionele band met elkaar en met de leerling. Het grote gemis van digitaal onderwijs is dat het lezen van de lichaamstaal wederzijds bijna niet mogelijk is. Een docent die normaliter blijft zitten wordt al snel als saai ervaren en dat is wat je nu juist in deze tijd doet. Probeer iedereen even persoonlijk te groeten. Als mentor kan je iedereen vragen om in de chat met één woord te laten aangeven hoe ze er nu bij zitten. Vervolgens kun je op een paar reacties reageren. Iedereen wil gezien geworden. Een heel mooi voorbeeld hiervan is het filmpje dat op social media rondging van een docent die tijdens een digitale les verrast werd door zijn leerlingen met bedankbrieven. Alhoewel het hier andersom ging, dus de leerlingen maakten een verbinding met de docent, is het principe natuurlijk hetzelfde. Je zag hoe zeer dit de docent raakte. En dit geldt dus ook voor samenwerkingsverbanden tussen docenten. Zorg dat je elkaar écht ziet.’
Wat als docenten dit lastig vinden om te doen?
‘Het kan inderdaad als een drempel worden ervaren om zulke vragen te stellen. De valkuil hierbij is dat men vaak denkt dat ze met een oplossing moeten komen voor andermans problemen, diegene moeten ‘redden’. Dat hoeft dus niet! Alleen al het bieden van een luisterend oor en het tonen van medeleven en sympathie is genoeg. Je collega voelt zich gehoord en kan de problemen waar hij of zij mee zit gemakkelijker loslaten: het is eruit. Om zich vervolgens weer te richten op de bijeenkomst. Dat draagt juist bij aan een betere samenwerking. In de les wordt dit vaak als de taak van de mentor gezien. Maar zeker in deze tijd is het belangrijk dat alle docenten hier alert op zijn. Je investeert in een relatie en dat levert samenwerking op in zowel je les als in de vergadering. Wat betreft de teamvergaderingen in de secties: mocht je als voorzitter het idee hebben dat je hier echt niet goed in bent, kijk dan of er iemand anders in het team is die deze taak wel op zich kan nemen. En heb je het idee dat hier tijdens de les of vergadering geen tijd voor is, plan dan eens in de week of twee weken een apart moment in om te horen hoe het met iedereen is.’
Zijn er nog meer stappen om de samenwerking succesvol te maken?
‘Het proces gaat inderdaad nog verder. Nu alle partijen zich in het actieve gebied bevinden, is het zaak om te gaan samenwerken. Dat doe je door te werken met de dialoog. De dialoog gaat over en/en: jouw idee en de mijne naast elkaar. Vanuit de dialoog ontstaat de creatieve vraag: hoe kunnen we jouw X en mijn Y combineren tot een gezamenlijke Z? Dat is samenwerken: verschillende opinies hebben, die voluit horen en elkaar proberen te begrijpen. Word nieuwsgierig naar de drijfveren en waarden van anderen. Stel constructieve vragen zonder oordeel. Hoe kunnen we verschillende visies verbinden? Dit gaat niet altijd pais en vree, maar het mág ook knetteren. En dan heb je dus geen discussie meer, zoals in het reactieve gebied, maar kom je terecht in een dialoog. Dat kost soms wat meer inspanning, maar is wel veel interessanter. Als je op deze manier aan het samenwerken bent, dán komt pas de commitment. Die kan niemand je opleggen, die zit onder je huid. Vervolgens word je vanuit die commitment uiteindelijk proactief. Dan ga je aan het grote geheel bijdragen. En dat is hoe je succesvol samenwerkt om tot resultaten te komen: van reactief naar actief en van actief naar proactief. Dan heb je het over succes en resultaat.’
Heb je nog een laatste tip voor docenten op het gebied van digitaal samenwerken? Wat kunnen zij het beste doen om samen deze periode door te komen?
‘Wat werkt voor mij, en wat ik ook zie bij anderen, is dat iets je pas verder kan helpen als het de essentie van ons menszijn raakt. Dus zeker in deze tijd is het belangrijk om écht interesse te tonen en die verbinding aan te gaan. Als je dat doet, leg je de basis voor een prettige en effectieve samenwerking, ook op afstand.’