Je staat er niet altijd bij stil, maar meer dan de helft van onze communicatie is non-verbaal. Je houding, gezichtsuitdrukking en stemgebruik spelen een grote rol bij het overbrengen van informatie. Naast datgene wat je vertelt, is dus ook de manier waarop je dat vertelt van belang. Bovendien kan je eigen lichaamstaal een grote invloed hebben op de reactie van je leerlingen.
Non-verbale communicatie is heel sterk afhankelijk van de situatie en van de verhouding tussen de leraar en leerling. De ene leerling kan het heel prettig vinden om van dichtbij iets uitgelegd te krijgen door een leraar, terwijl de andere leerling liever meer afstand bewaart. Het is dan ook belangrijk dat je je eigen lichaamstaal afstemt op dat van je leerlingen.
De lichaamstaal van de leraar is ook bepalend voor de reactie van de leerlingen. Als je constant heen en weer ijsbeert voor de klas kan dat onrust veroorzaken bij je leerlingen. Een leraar die als een kaars voor de klas staat, komt afstandelijk en stijf over. Het is goed om als leraar je eigen lichaamstaal eens onder de loep te nemen. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen:
- Waar in het lokaal bevind je je?
- Sta je stil of loop je heen en weer?
- Wat doe je met je handen?
- Hoe kijk je?
- Hoe groot is de fysieke afstand tot je leerlingen?
Tips om je lichaamstaal effectief in te zetten
Realiseer je ook dat je eigen gemoedstoestand invloed heeft op je lichaamstaal en kan worden afgelezen door je leerlingen. Dat hoeft niet erg te zijn, maar wees je ervan bewust dat je houding een bepaalde boodschap kan overbrengen op je leerlingen. Let met betrekking tot je lichaamstaal op het volgende:
- Neem een rustige houding aan. Beide voeten op de grond en iets uit elkaar geplaatst geeft je een stabiele houding en rustige uitstraling. Loop ook af en toe heen en weer voor de afwisseling.
- Gebruik je handen functioneel. Maak bijvoorbeeld ondersteunende handgebaren om je boodschap kracht bij te zetten. Je armen over elkaar geeft juist een gesloten indruk.
- Richt je naar de leerlingen. Een open houding nodigt uit tot contact. Met je rug naar de klas raak je snel het overzicht en de aandacht kwijt.
- Maak oogcontact met de klas. Door oogcontact te maken geef je de leerling het gevoel ‘gezien’ te worden en het kan helpen de leerling zijn aandacht weer op jou als leraar te richten. Het vermijden van oogcontact geeft vaak een onzekere indruk.
- Gebruik je mimiek. Met je gezichtsuitdrukking kun je veel verschillende boodschappen overbrengen. Een warme glimlach of een opgetrokken wenkbrauw zeggen soms meer dan duizend woorden.
Bron: https://www.leraar24.nl/69946/de-lichaamstaal-van-een-leraar-speelt-een-grote-rol-in-de-klas/